Mede dankzij de Stichting Topsport Steunpunt Noord (TSN) kunnen veel noordelijke topsporters en talentvolle sporters gebruik maken van de vele faciliteiten die door de begeleiding en ondersteuning van TSN geboden wordt. TSN maakt deel uit van het Olympische Netwerk van het NOC/NSF. Martina Haak-Snoek (33) is sinds twee jaar
facility-manager bij TSN voor de provincies Groningen en Drenthe. Haak heeft als taak de noordelijke talenten te begeleiden. Een collega van haar doet hetzelfde bij de noordelijke Topsporters. “Wij begeleiden en ondersteunen topsporters en talenten om zo optimaal hun topsport te kunnen beoefenen. Wij zijn dus de verbindingspersonen tussen de sporters en wat ze nodig hebben. De diverse sportbonden zetten de talenten op papier en geven dat door aan het NOC*NSF. Het NOC*NSF komt vervolgens bij ons, waarna wij aan de slag kunnen met de begeleiding en de ondersteuning van de sporters. Wij zorgen voor de randvoorwaarden op bijvoorbeeld maatschappelijk gebied, studie, maar ook op sporttechnisch en medisch gebied. Wij zorgen ervoor dat er op dat vlak een optimaal sportklimaat is. We bemoeien ons in principe niet met hun sport. Daar hebben ze hun bond, verenigingen en coaches voor”, vat Haak de werkzaamheden globaal samen.
Er zijn in Nederland dertien steunpunten van het NOC*NSF. Normaal gesproken komen alleen de uit het noorden afkomstige sporters in aanmerking voor het Topsport Steunpunt Noord. “Het uitgangspunt is waar de sporter woont, waar hij naar school gaat en waar hij sport. De sporter kan bij ons terecht als er aan twee van die voorwaarden voldaan wordt”, legt Haak uit. “Het kan ook zijn dat er bijvoorbeeld een in Emmen woonachtige topsporter in Zwolle op school gaat. Dan volgt er overleg of die sporter bijvoorbeeld bij het steunpunt in Zwolle terecht kan.”
In principe kunnen veel takken van sporten in aanmerking komen voor begeleiding. Volgens Haak maakt het niet uit of het individuele sporters of teamsporters zijn. “Teamsporters hebben ook faciliteiten op individuele basis nodig”, maakt Haak duidelijk. “Bij ons komen dus zowel individuele sporters als teamsporters in aanmerking. Ze moeten echter wel een sport uit de categorie 1 of de categorie 2 van topsportprogramma’s van NOC*NSF beoefenen.”
Voetbal is in Nederland een zeer belangrijke sport. Het ligt dus voor de hand dat voetbal in de categorie 1 is ingedeeld. Toch wordt er niet op alle fronten van TSN gebruik gemaakt door voetballers. “De KNVB heeft namelijk besloten om het jongensvoetbal zelf voor hun rekening te nemen. Meisjesvoetbal en zaalvoetbal horen daar overigens niet bij. We begeleiden en ondersteunen de voetballers wel wat betreft de scholen. Spelers van bijvoorbeeld FC Groningen komen in dat opzicht wel voor in ons bestand. Voetballers kunnen wat ons betreft altijd bij ons terecht. Ze komen later misschien ook met een vervolgstudie te zitten. Wij proberen dan regelingen te treffen met de scholen. Het is zeker ook voor voetballers belangrijk dat er een goede studieregeling is.”
Op de lijst van TSN ongeveer 300 topsporters en talenten. Haak heeft minimaal eens per half jaar als talentbegeleider contact met de talenten van haar lijst. “Mijn sporters zitten vaak al in een nationale selectie”, legt Haak uit. “Er is echter ook een categorie dat op een iets lager niveau is. De Topsporters behoren in feite al tot de wereldtop. Mijn sporters komen bij mij langs, of ik ga bij ze op bezoek. Ik check dan hoe het gaat. Ik ben onlangs bijvoorbeeld bij een poolbiljarter gaan kijken. Het contact kan als er bijvoorbeeld problemen zijn ook frequenter zijn. We proberen dan in goed overleg tot een oplossing te komen.”
Haak zegt dat mede door TSN het topsportklimaat in het noorden verbeterd is. Toch denkt ze dat de optimalisering nog niet ten einde is. “Er wordt wel naar een optimaal topsportklimaat toegewerkt”, zegt Haak. :”Dat is echter wel weer afhankelijk van meerdere partijen. Je hebt al verschillende talentencentra in verschillende sporten. Het is belangrijk dat er meer talentencentra in het noorden worden opgericht. De sporters moeten natuurlijk zoveel mogelijk trainingsuren maken. Dat is een belangrijke basis om topsport te creëren.”