Gerard Zeeman kreeg als zeventienjarig voetbaltalent de eer om bij de BV Veendam te mogen spelen. Zeeman mocht evenwel vanwege zijn jeugdige leeftijd nog niet in een auto rijden en ging daarom vanuit het hoge noorden met zijn bromfiets de trainingen bezoeken en meldde zich ook voor de thuiswedstrijden op die manier aan. Tegenwoordig is het bijkans ondenkbaar dat een eredivisiespeler per bromfiets de trainingen bezoekt. Voor Gerard Zeeman was het echter totaal geen probleem. ,,Weer of geen weer. Ik gooide gewoon mijn tasje achterop en kwam altijd fluitend in Veendam terecht. Pas later ging ik met een autootje nadat ik mijn rijbewijs had gehaald.’’Lekke band
Ook in zijn eerste jaren bij Appingedam beklom Zeeman altijd zijn brommertje om de trainingen en de wedstrijden te bezoeken. Eén keer ging het bijna fout, omdat materiaalpech roet in het eten dreigde te gooien. ,,Ik kreeg een lekke band’’, tovert Zeeman dit voorval op zijn netvlies. ,,Ik ben toen hardlopend met de bromfiets aan de hand vijf kilometer terug naar mijn ouderlijk huis gegaan. Gelukkig kon mijn vader me naar de training brengen. Ik kwam slechts een paar minuten te laat voor de training. Mijn vader is toen op het sportcomplex van Appingedam gebleven, zodat ik meteen na afloop van de training met zijn auto naar huis kon. Ik heb het brommertje de volgende dag meteen laten maken.’’

Otto Halmingh: ‘Ik voel me thuis bij Musselkanaal’
Otto Halmingh zette in Valthermond zijn eerste schreden op het voetbalveld, maar op 13-jarige leeftijd kwam de in het dagelijkse leven als werktuigbouwkundige in het