Door zijn studie communicatie in Groningen is Mart Kral (19) een paar keer per week genoodzaakt om per bus naar zijn woonplaats Zuidlaren te reizen om de trainingen te volgen en wedstrijden te spelen bij zijn club FC Zuidlaren. Mart Kral woont in Groningen op kamers, maar wil hoe dan ook voorlopig de zaterdag derdeklasser trouw blijven. ,,Samen met mijn kamergenoot Stan Mertens pikken we de bus en gaan na de training of terug of ik blijf bij mijn ouders in Zuidlaren slapen’’, zegt hij. ,,Mijn hele sociale leven speelt zich nu in Groningen af. Ik ga voorlopig nog niet bij een club uit Groningen voetballen. Daarvoor voel ik me nog teveel op mijn gemak bij FC Zuidlaren.’’
Altijd gezellig
De derde klasse C van het zaterdagvoetbal was dit seizoen een grote thriller. Zeker acht ploegen, waaronder FC Zuidlaren mengden zich in de strijd om de prijzen. Kral prijst zijn elftal tot en met. ,,Het elftal beschikt over veel jonge talentvolle spelers’’, weet Kral. ,,We kunnen hoger spelen als de groep bij elkaar blijft. Ik speel samen met jongens waar ik al vanaf de jeugd mee speel. Daarom hebben we zo’n goede klik met elkaar en is er een goede eenheid. We hebben het altijd gezellig en gaan vaak na de wedstrijd met elkaar op stap.’’
De strafschop ging er netjes in
Kral voetbalt al zijn hele voetballeven bij FC Zuidlaren. Hij speelt meestal op de 10-positie of als linker middenvelder. Veel doelpunten heeft hij echter nog niet geproduceerd voor zijn club. ,,Ik ben meer de man van de assist. Daar kan ik net zo veel van genieten.’’ Eén doelpunt tovert hij echter met groot gemak op zijn netvlies. ,,We speelden voor de beker tegen het grote Flevo Boys. We stonden met 9-0 achter, maar kregen in de slotfase een strafschop. Niemand durfde het aan. Dus nam ik hem maar. Hij ging er netjes in.’’
Moeilijke tijd
Het absolute dieptepunt tijdens zijn carrière beleefde Kral een jaar of vier geleden. Er werd leukemie bij hem geconstateerd. ,,Dat was een behoorlijke klap voor mij. Ik heb in die periode weinig kunnen spelen. Het was een moeilijke tijd. Gelukkig ben ik er nu weer bovenop.’’