Bennie de Jong (50) is op dit moment de ambitieuze trainer van PKC83, de voetbalclub van het woonwagenkamp De Kring in Groningen. PKC’83 maakt dit seizoen als hoge middenmoter geen kans op de titel in de eerste klasse E van het zaterdagvoetbal, maar heeft nog wel een kans om de nacompetitie te bereiken. De terugkeer naar de hoofdklasse van het zaterdagvoetbal ziet De Jong wel zitten. Het had overigens vier jaar geleden weinig gescheeld of De Jong ooit kon terugkeren op de voetbalvelden. Een ernstig auto-ongeluk leek in eerste instantie hem fataal te worden. De Jong beschouwt, buiten het overlijden van zijn ouders, het ongeluk samen met de afkeuring voor het betaalde voetbal op zijn 28ste jaar als de twee donkerste momenten in zijn leven. ‘’Toen was ik geen stuiver meer waard’’, denkt De Jong met gemengde gevoelens terug op die vreselijke fase in zijn leven. ,,Ik ging met mijn auto over de kop op de snelweg. Het leek niet goed. Ik had een hersenkneuzing. Twee dagen heb ik voor mijn leven moeten vechten. Ik lag een periode in het ziekenhuis met hart- en longproblematiek. Ik had meerdere botbreuken. Het was kantje boord met mij. Het was een donkere periode in mijn leven. Dit was de tweede keer dat ik een behoorlijke klap kreeg. Ik was door die hersenkneuzing cognitief helemaal van de kaart.’’
“Vele jaren daarvoor beleefde ik mijn eerste donkere periode. Door een dubbele enkelbreuk bij mijn toenmalige club BV Veendam viel mijn grote droom in duigen. Ik werd toen afgekeurd voor het betaalde voetbal en het amateurvoetbal. Ik mocht helemaal niets meer doen. Ik was toen heel ambitieus en was een coming man in het betaalde voetbal. Die vreselijke tijding betekende een enorme klap voor mij. Later ging ik dwars tegen de regels in en ben toch weer gaan voetballen. Trainer Henk Bodewes vroeg me om voor Oranje Nassau te spelen. Ik leefde weer helemaal op. Ik heb zelfs nog in ‘Het elftal van het jaar’ gespeeld en er kwam weer interesse vanuit het betaalde voetbal van Heracles en NEC. Die kwamen er echter snel achter dat ik een afgekeurde speler was. Toen was het definitief voorbij. Ik ben daar behoorlijk gefrustreerd van geweest. Nu ben ik wel overheen. Mijn passie voor het voetbal is echter nooit verdwenen. Daarom ben ik ook zielsgelukkig dat ik nu als trainer bij PKC’83 het voetbal weer zo intens mag beleven.’’
Hoe tevreden ben je op dit moment bij PKC ‘83
,,Ik ben altijd realistisch. De stand geeft aan hoe goed het gaat. Het uitgangspunt is wel altijd dat we voor de winst gaan. Het elftal is in mijn ogen niet kwalitatief sterk genoeg om een stapje hoger te spelen. Ik denk dat we dan wel flink moeten gaan zoeken naar versterking. De huidige selectie krijgt het zonder de jongens tekort te willen doen lastig. Bij PKC’83 denken ze nu ook op een meer langere termijn. Ze willen zoveel mogelijk met eigen jongens spelen, passend bij de clubcultuur.’’
Wat vind je van de vereniging PKC’83?
“Het is een pracht van een vereniging. De mensen zijn hier vaak zwart wit denkend, maar ze zijn zeker ook realistisch. Als we winnen dan wint het hele kamp De Kring. De mensen hier vinden het prachtig als het kamp positief in beeld komt. Het is voor mij lastig om in te schatten of de mensen hier ‘anders’ zijn. Het zijn vrij directe mensen. Ze stellen zich positief op. Ze doen altijd gewoon en houden niet van poespas. De mensen hier zijn altijd gastvrij. Ik voel me daar wel thuis tussen. Het is respect van twee kanten.’’
Ben je het volgende seizoen nog bij PKC?
“We pakken er nog een seizoen bij dan we bekijken we het verder. Qua ambities ben ik vrij nuchter. Ik zie hierna wel wat op mijn pad komt. Voor het ongeluk was er wel interesse. Mijn 16-jarige dochter was de oorzaak dat ik terugkeerde als trainer. Zij stimuleerde me om weer interesse te krijgen om te trainen. Ze is een behoorlijk talentvolle voetbalster en heeft al bij de Nederlandse jeugdselectie gezeten. Ik zag al heel snel dat ze talent had. Ze kwam bij de selecties van de KNVB en mocht maar een speciale school voor sporttalenten. Ze zat nu bijvoorbeeld bij de spits van FC Groningen Zivkovic in de klas. Nu speelt ze in het eerste damesteam van ON.’’
Hoe zag je voetbalcarrière er uit?
“Op 6-jarige leeftijd ben ik begonnen bij Groen Geel in Groningen. Toen ik 22 was ben ik naar de BV Veendam gegaan. Daarvoor werd ik al door een paar clubs benaderd. Ik kon zelfs naar de amateurs van Werder Bremen, nadat we er een internationaal toernooi hadden gespeeld. In het eerste jaar was ik nog amateur bij Veendam, maar trainer Henk Nienhuis haalde me al snel bij de selectie. Helaas gooide die dubbele enkelbreuk roet in het eten Ik was er bijna een jaar uit. Toen ik terug kwam, heb ik nog een aantal eredivisiewedstrijden gespeeld. Daarna kreeg ik helaas een scheenbeeninfectie en was er weer een poos uit. Later overkwam me dat nog een keer en werd ik volledig afgekeurd. Daarna heb ik anderhalf jaar niet gevoetbald. Toen Bodewes me benaderde om in de hoofdklasse bij Oranje Nassau te komen spelen, begon het weer te kriebelen. Ik hoefde van Bodewes ook maar één keer te trainen. Hij wilde me als organisator in het elftal gebruiken. Dokter Eikelaar, dat was destijds een heel goede chirurg, gaf me zijn zegen. Hij zei wel dat ik niet te veel moest doen, want anders zou ik last van mijn gewrichten krijgen. Hij zei ook ‘pas wel op, want anders kun je later niet veel met je kinderen spelen’. Ik had er echter schijt aan. Voetbal was nou eenmaal mijn passie. Ik heb toen nog twee jaar een heerlijke tijd gehad. Tijdens de wedstrijden merkte ik wel dat het soms moeilijk ging. Ik had vaak veel pijn. Op een gegeven moment moest ik wel een keuze maken. Ik had het geluk dat ik bij dat ik bij Oranje Nassau wat kon doen. Zo ben ik in de trainerswereld terecht gekomen.’’
Hoe zag daarna je trainerscarrière er uit?
“Tegelijk met Oranje Nassau deed ik ook een jaar het eerste elftal van Blauw Geel, waarin een aantal vrienden van me speelden. Dat waren allemaal Oosterpoortjongens met onder andere Arend Roggen, die nu een goedlopende kroeg in de Oosterpoort bestiert, cafe Boone. Onze verbinding was en is nog steeds voetbal. Het elftal bestond uit veel 30 plussers. We zijn zelfs een keer bijna kampioen van Nederland geworden. Bij Blauw Geel ben ik acht jaar gebleven. Daarna heb ik drie jaar De Vogels getraind, nadat Joop Gall daar stopte. Vervolgens ben ik bijna twee jaar bij Holwierde geweest en daarna twee jaar bij PKC’83. Ik maakte daar het kampioenschap in de eerste klasse mee, waarna we promoveerden naar de hoofdklasse. Helaas heb ik er op het laatst wat vervelende dingen meegemaakt en ben toen weggegaan. Toen heb ik een jaar of vijf niets gedaan. Door mijn dochter ben ik jeugdtrainer geworden. Ze hadden een vrijwillige vader nodig. Drie jaar geleden belde PKC’83 op met de mededeling dat ze me graag terug wilden. We hebben eerst wat met elkaar uitgesproken. Nu is alles weer koek en ei. Bij PKC’83 werd ik eerst een half jaar assistent-trainer van Pascal Mulder. Hij vertrok in de winter, waarna ik het overnam.’’
Heb je veel hoogtepunten in je voetbalcarrière meegemaakt?
“Zeker wel een aantal. Als actief voetballer mocht ik met Veendam in het Oosterpark tegen FC Groningen voetballen. We wonnen met 3-1 en ik speelde een puike wedstrijd. Ik heb alle krantenknipsels bewaard. Ik werd daarin als een voetballer beschreven die zomaar uit het niets kwam. Ik heb in die periode ook nog tegen Ajax, Feyenoord en FC Utrecht gespeeld.
We verloren met 1-0 van Ajax. Ik stond eerst reserve, maar op een gegeven moment kwam ik erin op de linksbackplaats tegenover John van ‘t Schip. Henk Veldmate was onze libero. Hij werd meteen na mijn invalsbeurt vreselijk boos op me. In die tijd mocht je nog terugspelen op de keeper. Ik kapte bij mijn eerste actie Van ‘t Schip uit en speelde met veel risico terug op onze keeper. Ik kreeg applaus van het publiek, maar Veldmate begon me vreselijk uit te schelden. Ik wist meteen wat de boodschap was. Je mocht namelijk als verdediger zeker tegen Ajax geen risico nemen. Daarna kwam er een soortgelijke situatie. Ik knalde de bal in de tribune, maar toen begon het publiek te fluiten.’’