Bij het woord schoffelen denk je in eerste instantie meestal aan een bepaalde werkzaamheid in tuin of in het park. Door in de grond te schoffelen krijgt de natuur of de tuin een opleving. Je stopt het groeien van onkruid op een natuurlijke manier. Er is voor schoffelen een speciaal gereedschap ontworpen. De schoffel heeft de vorm van een horizontaal liggend mes dat bevestigd is aan een houten steel. Bij de voetbalsport bestaat ook het woord schoffelen. Schoffelen bij het voetballen heeft echter een totaal andere betekenis en je hebt er geen tuingereedschap voor nodig.
In de Dikke van Dale staat de betekenis van schoffelen vermeld als: met een schoffel van onkruid reinigen.

Schoffelen in de tuin
De meeste (vooral mannelijke) mensen hebben vast wel eens geschoffeld in de tuin. Ikzelf moet er als huizenbezitter met een voor- en achtertuin natuurlijk ook veelvuldig aan geloven. Vooral in het voorjaar stuurt mijn vrouw me wel eens naar buiten om het steeds sneller wassende onkruid een kopje kleiner te maken. Na de werkzaamheden denk ik regelmatig opgelucht: ,,Gelukkig het zit er weer op.’’. Schijn bedriegt helaas. Het onkruid blijkt altijd sneller te groeien dan ik vooraf gehoopt had. Meestal moet ik er een paar weken later weer aan geloven, omdat de welig tierende onkruidgewassen zich in een ijzingwekkend hoog tempo weer naar de hemel richten.
Schoffelen: er zijn beroerdere werkzaamheden
Ik moet echter ook eerlijk bekennen dat er nog beroerdere werkzaamheden rondom het huis bestaan dat schoffelen. Ik heb bijvoorbeeld een broertje dood aan het ontgroenen van de tegels in onze achtertuin. Die hebben ooit de plaats ingenomen van gras. ,,Eindelijk ben ik van dat ellendige grasmaaien af’’, lachte ik in mijn vuistje. Mijn gedachten veranderen echter jaarlijks aan het begin van het voorjaar. Ik zie dan tot mijn afgrijzen dat de tegels in het najaar en in de winter door regen- en sneeuwbuien zijn voorzien van grote lagen groene aanslag. ,,Het ziet er niet uit’’, moppert mijn vrouw dan. Het is het teken dat ik de handen uit de mouwen moet steken. De groene aanslag is echter altijd uiterst moeilijk te verwijderen. Gelukkig hoorde ik onlangs van een paar bevriende overburen dat er andere oplossingen bestaan dan alleen maar boenen. Ik werd nieuwsgierig en er werd mij beloofd dat er binnenkort oplossingen voor mij aangedragen worden.
Schoffelen als bezienswaardigheid
Terug naar het schoffelen. Het schoffelen door andere mensen zag ik altijd als een leuke bezienswaardigheid. Vooral als ik mijn eigen tuin net onkruidvrij heb gemaakt, heb ik binnenpret. Ik zie buurtgenoten regelmatig jaloers naar mijn onkruidvrij gemaakte tuin kijken, terwijl ze zelf nog steeds hijgend en puffend aan het schoffelen zijn. Ikzelf lig op die momenten lekker lui in mijn schoongemaakte tuin op een veldbed uitgebreid te genieten van het voorjaarszonnetje.
Schoffelen als taakstraf
Meestal schoffelt slechts één persoon de tuin onkruidvrij. Ik geniet echter ook altijd als ik schoffelen in groepsverband ontwaar. Pas geleden reed ik samen met een kennis in mijn autootje richting centrum. Onderweg passeerden we een groep mensen met allemaal een schoffel in de hand. Ze droegen dezelfde oranje tuinoutfit. Na een teken van waarschijnlijk de leider wierpen ze zich op de gemeentelijke tuinen aan de kanten van de wegen en in de bossen en perken. ,,Dat zijn allemaal delinquenten’’, zei mijn metgezel als kenner van het sociale leven. We kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat het mensen waren met een strafblad. De veelal jonge arbeiders hadden volgens mijn kennis een taakstraf gekregen. Daarom mochten ze zich uitleven op de parken en bossen van de gemeente. Het is maar te hopen voor de diverse gemeenten dat er in de toekomst voor de veroordeelde mensen regelmatig taakstraffen uitgedeeld worden!
Schoffelen bij voetbal
Het woord schoffelen bij het voetballen zal voor veel mensen ook niet echt als muziek in de oren klinken. Ik kan me nog goed herinneren dat ik als klein jongetje voor de eerste keer een profwedstrijd mocht bijwonen. Ik logeerde bij mijn oom Kees en tante Dientje in Hilversum. Oom Kees nam me mee naar een vriendschappelijk duel tussen de inmiddels opgeheven betaalde clubs ‘t Gooi en Rapid. Hij legde me de kneepjes van het vak tot in de finesse uit. Ik leerde in dat vriendschappelijke duel heel veel van oom Kees. ,,Kijk die is aan het schoffelen’’, riep oom Kees op een gegeven moment opgewonden. Ik zag dat er een speler kermend van de pijn ter aarde zeeg en dat zijn tegenstander op het matje bij de scheidsrechter moest komen vanwege erg grof spel ,,Die speler die op de grond ligt is onderuit geschoffeld’’ ,legde oom Kees uit. ,,Die stoute speler is de schoffelaar. Zulke gemene overtredingen noemen ze schoffelen’’, legde oom Kees duidelijk uit. Vanaf dat moment zag ik regelmatig dat voetballers aan het schoffelen waren.
Schoffelpraktijken
Ik wist vanaf dat moment ook dat een schoffelende voetballer meestal niet bekend staat als de braafste speler van het elftal. Het komt er op neer dat een speler met schoffelpraktijken de tegenstander op een ordinaire manier probeert uit te schakelen. De gevolgen zijn vaak desastreus. Een voetballer die een schoffelactie ondergaat moet regelmatig door fysiek ongemak het veld geblesseerd verlaten. Dit natuurlijk afhankelijk van de manier waarop de schoffelactie wordt uitgevoerd. De boosdoener zelf komt er ook vaak in letterlijke zin niet zonder kleerscheuren vanaf. Er volgt vaak een rode of gele kaart als de scheidsrechter de schoffelactie een niet te tolereren vreselijke ordinaire daad vindt.
Diverse soorten schoffelacties
Er komen diverse schoffelacties op voetbalvelden voor. Schoffelen kan van voren, van achteren, van opzij en zelfs in de lucht plaatsvinden. Het kunnen duidelijk zichtbare acties van de schoffelaar zijn, maar er zijn ook spelers die hun daden op een zeer geniepige nauwelijks waarneembare wijze uitvoeren. Het slachtoffer kan bij de acties van voren meestal wel zien aankomen welk leed hem wordt aangedaan. Hij heeft immers zijn tegenstander in het vizier en kan eventueel zelf ook uitdelen. De actie van voren wordt meestal gekenmerkt door een harde schop tegen de schenen, tegen een knie, of in hert kruis. De schoffelactie van opzij kan het slachtoffer minder goed zien aankomen. In een ooghoek en dankzij zijn intuïtie kan hij zich ook tegenover deze schoffelpraktijken redelijk goed verweren. De boosdoener schoffelt met een zijwaartse overtreding het slachtoffer meestal keihard onderuit. Is de boosdoener echter technisch goed onderlegd in het maken van technisch goed uitgevoerde slidings, dan is het heel goed mogelijk dat de scheidsrechter geen strafmaatregelen in de vorm van vrije trappen of gele en rode kaarten uitddeelt. De schoffelpraktijk van achteren geldt als een echte vieze overtreding. Meestal ziet het slachtoffer een snoeiharde aanslag op zijn ledematen niet aankomen. In de meeste gevallen moet een boosdoener dan ook zwaar boeten voor zijn ordinaire schoffelpraktijk.
Schoffelen in de lucht
Het schoffelen in de lucht komt tegenwoordig vaker voor dan in het grijze verleden. Dat komt door de steeds verdere professionalisering van voetbal. De Nederlandse voetballer Jan Wouters was de eerste voetballer die openlijk de zogenaamde ‘Elleboogstoot‘ toepaste. Wouters ging destijds tijdens een interland tussen Nederland en Engeland een luchtduel aan met de vreselijke voetbalgangster Paul Gascoigne. Hoog in de lucht plantte Wouters in een flits zijn ellenboog in het gelaat van de Engelsman. De niet tegen een kleintje vervaarde Gascoigne zeeg vervolgens kermend van de pijn ter aarde. Hij werd even later met een gebroken jukbeen per brancard van het veld gedragen. Het leverde Wouters overigens de toepasselijke bijnamen ‘Mister Elbow’ en ‘Lee Towers’ op. Vanaf dat moment was de elleboogstoot helemaal ‘in’ bij vele schoffelende voetballers. De booswichten kwamen er achter dat er niet op de grasmat geschoffeld kon worden, maar dat er in de lucht ook veel eer viel te halen.
Schoffelen bij Cuby
Ikzelf heb ook regelmatig in de tuin en op het voetbalveld te maken gehad met schoffelen. Ik deed er op het veld wel eens aan mee, maar niet op een ordinaire vieze manier. Omgekeerd maakte ik ook regelmatig meemaken dat een tegenstander mij probeerde te schoffelen. De laatste tien jaar van mijn actieve carrière heb ik er tijdens wedstrijden geregeld mee te maken gehad. Dat had te maken met de positie die ik in het elftal bekleedde. Ik was ooit door Harry Muskee, de frontman en zanger van de legendarische bluesgroep Cuby and the Blizzards, gevraagd om deel uit te maken van zijn eigen opgerichte elftal bij Achilles 1894 uit Assen. Hij vroeg dat tijdens een avondje stappen in café De Grot in Assen. De eigenaar van het café Sjoerd Brouwer was de elftalleider. In een mum van tijd was de aanmelding rond en speelde ik liefst tien jaar voor het wijd en zijd bekende en beruchte roemruchte elftal van Cuby.
BCNV van Harry Muskee
Aanvoerder Harry Muskee kende mijn capaciteiten van vorige clubs. Hij wilde dat ik als voorstopper in het elftal ging spelen. Na een paar duels ontdekte hij dat ik ook over aanvallende capaciteiten beschikte. Daarom dirigeerde hij me regelmatig naar voren onder het slaken van de kreet: ,,Jan BCNV’’. Dat riep hij om de tegenstander zand in de ogen te strooien. De letters BCNV betekenden ‘Bij Corners Naar Voren.’’ Door de verschillende posities paste ik als verdediger zelf schoffelpraktijken met enige regelmaat toe. Ik werd in een aanvallende rol echter ook regelmatig door de veelal spijkerharde verdedigers van de tegenpartij op ordinaire wijze onderuit geschoffeld.
Ontwikkeling schoffelen
Ik weet niet in hoeverre het schoffelen op het veld nog verder ontwikkeld wordt. Een ding is zeker: het voetbal kan niet meer losgekoppeld worden van het onderdeel schoffelen.